Het bepalen van de ultieme toekomstige vervoerswijze met behulp van een supernetwerkmodel met OV-lijnen
by Koen de Clercq | Maaike Snelder | Arjan van Binsbergen | Bart van Arem | TU Delft | TU Delft | TU Delft | TU Delft
Abstracte ID: 61
Event: PLATOS 2024 - MODELLEN IN TRANSITIE
Topic: Modellen in transitie
Presenter Name:
Keywords: agent-based modelling; future modes; multimodal transportation systems; unlabelled mode choice; supernetwork; traffic assignment

Verschillende nieuwe vervoerswijzen zijn in opkomst en zullen naar verwachting de bereikbaarheid en de leefbaarheid van stedelijke gebieden veranderen. De vraag is welke toekomstige vervoerswijze de algemene reisweerstand van een huidig transportnetwerk het meest verminderen en zo de bereikbaarheid en leefbaarheid van stedelijke gebieden het meest effectief verbeteren? We beantwoorden deze vraag door een supernetwerkmodel te gebruiken, uitgebreid met de optie om expliciete lijnen voor openbaar vervoer toe te voegen om de ultieme toekomstige vervoerswijze (de vervoerswijze die de algemene reisweerstand van het netwerk minimaliseert) in Delft te vinden, uitsluitend op basis van de kenmerken van deze toekomstige vervoerswijze, zonder alternatief-specifieke constanten. Dit doen we in twee stappen om de rekentijd van de simulaties haalbaar te houden. In de eerste stap identificeren we de ultieme combinatie van vervoerswijze karakteristieken door de reisweerstand voor alle vervoerswijze karakteristieken en typen reizigers te minimaliseren. Dit resulteert in een ultieme vervoerswijze welke actief is, bescherming tegen weersinvloeden, bagage draagmogelijkheden en een rijtaak heeft. In de tweede stap worden de kosten en de gemiddelde snelheid van de ultieme toekomstige vervoerswijze binnen realistische grenzen gevarieerd om het effect op de algehele reisweerstand, het aandeel in de trips en de totale reistijden te simuleren. De resultaten laten zien dat de ultieme combinatie van vervoerswijze karakteristieken resulteert in een reductie van de gemiddelde reistijd tot 20% en een reductie van de algemene reisweerstand tot 4,7% in het netwerk van Delft.