Een generieke methode om te corrigeren voor systematische afwijkingen tussen enquêtedata en wegvaktellingen
by Sam Rappange | Universiteit Twente
Abstracte ID: 68
Event: PLATOS 2024 - MODELLEN IN TRANSITIE
Topic: Modellen in transitie
Presenter Name:
Keywords: enquêtedata, gedragsmodellen, herwegingsmethodiek, modelschatting, pre-processing, routekeuzemodel, structurele afwijking, verkeersmodel, vervoersvraagmodel, wegvaktellingen

Enquêtedata (zoals ODiN, MPN en NVP) zijn het belangrijkste type databron voor het schatten van gedragskeuzemodellen in het mobiliteitsdomein. De resulterende keuzemodellen vormen de kern van verkeersmodellen, welke feitelijk toepassingen van deze keuzemodellen zijn op demografische en ruimtelijke/economische data in de beschouwde regio.

Het is algemeen bekend dat bepaalde type ritten ondergerepresenteerd zijn in enquêtedata; bijvoorbeeld door het vergeten te rapporteren van kortere ritten en ritten met bestelbusjes. Dit heeft tot gevolg dat de auto-intensiteiten uit de verkeersmodellen (vóór kalibratie) gemiddeld lager zijn dan de waargenomen intensiteiten op wegvakken.

Deze presentatie gaat over de ontwikkeling en toepassing van een methodiek die corrigeert voor de waargenomen systematische afwijking tussen enquêtedata en wegvaktellingen door een correctiefactor te bepalen en toe te passen voor elk datapunt in de enquêtedata dat langs één of meer tellingen komt. De methodiek gebruikt daarbij een toedelingsmodel om de relatie tussen enquêtedata (op ritniveau) en teldata (op wegvakniveau) te leggen en bepaalt het verband tussen de hoeveelheid ongewogen waarnemingen en het tekort aan auto-intensiteiten op een telpunt. Dit verband wordt gebruikt om de correctiefactor per datapunt te bepalen.

De methodiek kan worden toegepast op alle databronnen die een steekproef gebruiken om mobiliteitsgedrag te beschrijven, samen met elke teldataset. Tot nog toe is de methodiek getest voor verschillende combinaties van ODiN data (2018, 2019) en teldatasets (landelijke set hoofdwegennet uit OmniTRANS Spectrum en de teldatasets uit de regionale verkeersmodellen van de Metropoolregio Rotterdam Den-Haag, de Provincie Overijssel en de Provincie Noord-Brabant) en bleek in alle gevallen de systematische afwijking weg te nemen. Op landelijk niveau bleek de gemiddelde onderschatting 22% te zijn, waarbij er gecorrigeerd wordt met een ophoging van met name kortere (tot 15 km) en laagstedelijke ritten (klassen 4 en 5).

De methodiek is het resultaat van een stage van de auteur bij DAT.Mobility vanuit Universiteit Twente en wordt inmiddels standaard toegepast door Goudappel bij het schatten van nieuwe of te actualiseren verkeersmodellen.